Veelgestelde vragen

Dat kunnen we nog niet zeggen. Dat hangt af van:

- Hoeveel geld jij en je werkgever inleggen
- Hoeveel risico wij lopen met de beleggingen
- Hoe het gaat met de economie en dus de beleggingen

We begrijpen dat je zekerheid wilt. Zeker ook als je nu al pensioen krijgt. Wij kunnen nu nog niet zeggen hoeveel pensioen je straks krijgt en of dit hetzelfde is na de overgang op de vernieuwde pensioenregeling.

Het uitgangspunt is dat niemand er op de transitiedatum op achteruit gaat. We gaan dan ook de reserves die we nu hebben eerlijk verdelen onder alle werknemers, oud- werknemers en gepensioneerden. En we leggen een reserve aan om eventuele toekomstige dalingen van de uitkering na de transitiedatum op te kunnen vangen. Bij de huidige financiële situatie van ons pensioenfonds betekent dat waarschijnlijk een verhoging van je pensioen.

We willen op 1 januari 2026 over op de vernieuwde pensioenregeling. Pas dan verandert er iets voor jou. Eind 2025 krijg je van ons een overzicht met jouw verwachte pensioen. Daarbij leggen we goed uit wat je had aan pensioen in de oude (huidige) pensioenregeling. En wat dit waarschijnlijk wordt in de vernieuwde pensioenregeling. Uiterlijk een half jaar nadat de vernieuwde pensioenregeling is ingegaan, ontvang je van ons de definitieve bedragen.

De sociale partners (de organisaties van werkgevers en werknemers) betrokken bij ons pensioenfonds hebben ons gevraagd om alle pensioenen over te zetten naar de vernieuwde pensioenregeling. Dat noemen we ook wel invaren.

Op dit moment zijn we aan het onderzoeken of dit verstandig is. We vragen daarbij ook advies van het verantwoordingsorgaan en de instemming van raad van toezicht. We verwachten in december 2024 een definitief besluit hierover te nemen.

Besluiten we de vraag van de sociale partners positief te beantwoorden? Dan zal het pensioen dat je nu al hebt opgebouwd of krijgt, verhuizen naar de nieuwe regels voor pensioen. Je kunt dus niet zelf kiezen.

Je (opgebouwde) pensioen wordt omgerekend naar een persoonlijk vermogen. Dit vermogen komt in jouw persoonlijke pensioenpot. Dit gebeurt heel zorgvuldig. Ook het verantwoordingsorgaan, de raad van toezicht, de zogenoemde sleutelfunctiehouders, de accountant en de toezichthouder De Nederlandsche Bank kijken mee.

Hoe deze berekening er precies uit gaat zien, is nog niet bekend. De wet geeft aan welke rekenmanieren wij moeten gebruiken. We kijken heel precies of het verhuizen goed en zogenoemd evenwichtig gebeurt. Evenwichtig betekent dat er geen mensen worden benadeeld bij het omzetten van de (opgebouwde) pensioen naar de nieuwe regels.

Ja. We verwachten met de nieuwe regels dat we je pensioen eerder kunnen verhogen. Dat komt omdat we van de overheid minder grote buffers hoeven aan te houden. Uit de berekening die we zelf hebben laten maken, blijkt dat er meer kans is op een hoger pensioen dan nu.

Deze vraag is lastig te beantwoorden. Er is nog veel onduidelijk en jouw situatie is uniek. We verwachten dat je met de nieuwe regels er iets op vooruit gaat. Dat komt omdat we minder grote buffers hoeven aan te houden. De winst op onze beleggingen mogen we eerder uitdelen. Maar gaat het minder goed met de beleggingen dan gaat je pensioen misschien ook eerder naar beneden. Om dit risico te beperken houden we nog wel een reserve aan.

Ja. Er is later ook pensioen voor jou. Je bouwt straks een persoonlijk pensioenvermogen op. De premie die jij en je werkgever inleggen beleggen we. Zo groeit jouw pensioenpot. En als je met pensioen gaat, krijg je zo lang je leeft pensioen van ons.

In het huidige pensioenstelsel hebben we de afgelopen jaren de pensioenen niet altijd kunnen verhogen. Om de huidige pensioenen te verhogen, moeten we aan specifieke regels voldoen. Zo moet de beleidsdekkingsgraad hoog genoeg zijn. Ook kijkt het bestuur naar de stijging van de prijzen. Wanneer deze negatief is, verhogen wij de pensioenen niet. Een van de redenen voor een nieuw pensioenstelsel is het sneller kunnen verhogen van de pensioenen. Met de overgang naar de nieuwe regels gaan we de gemiste verhogingen niet compenseren. Dit mag ook niet van de toezichthouder (DNB). Het compenseren van gemiste verhogingen zou voordelig zijn voor gepensioneerden, maar nadelig voor jongere deelnemers. De toezichthouder (DNB) controleert dat bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel geen groepen meer voor- of nadeel ontvangen dan andere groepen.

Nee. De sociale partners hebben bepaald hoe onze vernieuwde pensioenregeling er uit gaat zien. We onderzoeken op dit moment samen met het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht of dit verzoek evenwichtig is. Zo ja, dan besluit het bestuur om over te gaan naar de nieuwe regels. Het is volgens de wet niet mogelijk om bezwaar te maken tegen de verhuizing van je pensioen.

Met 1 pensioenregeling voor iedereen maken we minder kosten. Zo blijft er meer geld over voor jouw pensioen. Moeten we 2 pensioenregelingen, de oude en nieuwe, uitvoeren? Dan kost dat meer geld. Er blijft dan minder geld over voor jouw pensioen.

Je pensioen kan straks omhoog en omlaag gaan omdat je pensioen afhankelijk wordt van hoe goed het met de economie en de beleggingen gaat.

Maar we hebben de pensioenregeling zo ontworpen dat we geen grote schommelingen krijgen. Ook doen we ons best om te voorkomen dat het pensioen dat je nu krijgt omlaag gaat. Dat doen we door het aanleggen van een reserve.

Bij de overgang naar de nieuwe regeling wordt een deel van de huidige buffers gebruikt voor deze reservepot. In de jaren daarna wordt de reservepot gevuld vanuit de resultaten op de beleggingen. Deze reservepot wordt tot een bepaald niveau gevuld en bijgevuld. Mocht het gebeuren dat door extreme omstandigheden de reserve toch op raakt, dan zullen de pensioenen moeten worden verlaagd.

Bij het aanhouden van een hoge buffer, zoals dat nu volgens het huidige stelsel werkt, kunnen de pensioenen minder snel worden verhoogd.

In het nieuwe stelsel hoeven we minder hoge buffers aan te houden. Dit komt omdat de regels vanuit de overheid wijzigen. Men vindt dat het met de huidige regels té lang duurt voor beleggingsrendementen in goede economische jaren leiden tot een verhoging van jouw pensioen. Het gevolg is wel, dat bij een langere periode van (heel) slechte economische jaren, jouw pensioen eerder moeten worden verlaagd. Dit komt omdat de lagere buffers ook eerder op zijn.

In de huidige pensioenregeling bouwt iedereen, jong en oud, evenveel pensioen op bij een gelijk betaalde premie. Maar de echte kostprijs van dit pensioen is voor een jongere lager dan voor een oudere. Dat komt doordat de premie die wordt betaald langer kan worden belegd en dus meer tijd heeft om in waarde te stijgen. De jongere betaalt dus nu iets te veel premie, terwijl een oudere iets te weinig premie betaalt. Je kunt zeggen dat de jongeren subsidie betalen voor de ouderen. Als iedereen die pensioen bij ons opbouwt dat vanaf jonge leeftijd tot de pensioendatum zou doen, is dat geen probleem. Want dan kan een jongere van nu profiteren van de subsidie van de jongere van later.

Bij de overgang naar de vernieuwde pensioenregeling is er geen sprake meer van subsidie. Voor iedereen wordt dezelfde premie betaald. Deze komt in jouw pensioenpot en wordt belegd. Als je jong bent levert deze premie dus méér pensioen op dan wanneer je bijna met pensioen gaat.

De huidige ‘middengroep’ qua leeftijd, heeft in het verleden wél subsidie gegeven aan de ouderen van toen, maar zal zelf nooit subsidie meer ontvangen. Dit komt door de wijzigingen in de nieuwe regeling. Daarom willen de sociale partners aan deze personen die nog pensioen bij ons opbouwen en een nadeel ervaren, voor zover dat kan, een compensatie geven. Deze compensatie is bedoeld voor de gemiste toekomstige opbouw door het wegvallen van de subsidie door de jongeren van nu. De compensatie zal dan afhankelijk zijn van je leeftijd en of je nog pensioen bij ons opbouwt. Oud-werknemers en mensen die pensioen ontvangen, krijgen geen compensatie.

Of we een compensatie kunnen geven, zijn we nog aan het berekenen. En de compensatie is afhankelijk of er genoeg geld is. De compensatie wordt gefinancierd uit het fondsvermogen op de transitiedatum. Zo verloopt de overgang voor iedereen eerlijk.

Besluiten we een compensatie te kunnen geven? En val jij binnen deze leeftijdsgroep en je bouwt nog pensioen op? Dan heb je recht op compensatie. Besluit je voor 1 januari 2026 uit dienst te gaan bij je werkgever? Dan heb je geen recht op compensatie.

Kies je zelf om uit dienst te gaan, dan kun je overwegen om na 1 januari 2026 uit dienst te gaan. Ga anders in gesprek met je werkgever over de mogelijkheden.

Ja. Je kunt straks nog steeds kiezen om:

- Eerder of later met pensioen te gaan
- Eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen of andersom
- Het ruilen van het pensioen voor je partner voor een hoger pensioen voor jezelf of andersom

Bekijk deze pagina om meer te weten te komen over onze pensioenkeuzes.

Nee. De huidige pensioenleeftijd 68 jaar wijzigt niet door de vernieuwde pensioenregeling. Standaard vragen we je of je met je AOW-leeftijd met pensioen wilt. Je AOW-leeftijd hangt af van je geboortedatum. Besluit je op je AOW-leeftijd met pensioen te gaan? Dan ontvang je op dat moment AOW van de overheid en pensioen van Pensioenfonds Slagers.

Wil je langer doorwerken? Dat kan tot 5 jaar na je AOW-leeftijd.

Als je eerder stopt met werken, krijg je een lager levenslang pensioen. Je bouwt minder lang pensioen op. En je pensioen moet dan naar verwachting over langere tijd worden betaald dan wanneer je het op levensjaar 68 laat ingaan.

Als je later stopt met werken, krijg je een hoger levenslang pensioen. Je bouwt dan langer pensioen op en je pensioen keert dan naar verwachting minder lang uit omdat je later met pensioen bent gegaan.

De pensioenleeftijd van 68 jaar is door de sociale partners (werkgeversorganisatie en vakbonden) vastgesteld. Of een eventuele regeling voor zware beroepen bijvoorbeeld in de toekomst meegenomen wordt voor Pensioenfonds Slagers is op dit moment niet bekend.

Nee, als je arbeidsongeschikt wordt dan blijf je in de meeste gevallen pensioen opbouwen voor
jezelf en je partner. Hier zijn specifieke regels over. Als je hier vragen over hebt voor jouw
persoonlijke situatie, neem dan contact met ons op.

Kom je te overlijden en neem je nog deel aan de pensioenregeling, dan is er levenslang een
pensioen voor je partner.

Dat hangt van de situatie af.
Het pensioen voor je partner én kinderen wordt op risicobasis verzekerd. Dit betekent:

1. Ga je uit dienst bij je werkgever en je hebt direct een andere baan?
Dan vervalt het pensioen van Pensioenfonds Slagers voor je partner. Misschien bouw je bij je nieuwe werkgever weer pensioen op en heeft je partner weer recht op pensioen wanneer je komt te overlijden.

2. Ga je uit dienst omdat:
- Je in de ziektewet terechtkomt
- Je ontvangt een inkomen vanuit de werkloosheidswet

Dan blijft er pensioen voor je partner zolang je aan de voorwaarden voldoet.

3. Ga je uit dienst, maar je hebt niet direct een andere baan?
En kom je binnen een half jaar te overlijden? Dan hebben jouw partner en kinderen nog recht op pensioen.

Bouw je na een half jaar uit dienst nog niet opnieuw pensioen op? Dan kun je na deze 6 maanden kiezen om een pensioen voor je partner en kinderen te verzekeren. Je betaalt dit met je eigen pensioenvermogen.

4. Ga of ben je met pensioen?
Vanaf je pensioendatum is er een pensioen voor je partner en kinderen op basis van jouw
persoonlijk pensioenvermogen.

Het geld uit jouw pensioenpot blijft bij het pensionfonds. De sociale partners en Pensioenfonds Slagers geloven in solidariteit. Jouw persoonlijke pensioenpot gaat daarom naar alle andere deelnemers. Zonder deze solidariteit, zou iedereen méér premie moeten betalen voor eenzelfde pensioen. Bij de berekening van de premie houden we er al rekening mee dat we solidariteit toepassen.

Heb je op het moment dat je komt te overlijden kinderen tot 25 jaar? Dan hebben jouw kinderen recht op wezenpensioen. Dit is per kind 20% van je loon of pensioen dat je op het moment van overlijden krijgt.

Nee. Maar je mening is belangrijk voor ons. Minimaal iedere vijf jaar gaan we je vragen welke voorkeuren jij hebt. Bijvoorbeeld meer risico nemen of niet. De uitkomsten van alle werknemers, oud-werknemers en pensioengerechtigden vertalen we naar 1 leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid.

Het is goed om te weten dat we anders beleggen voor verschillende leeftijdsgroepen. Voor jongeren nemen we meer risico en voor ouderen minder. Ben je jonger dan heb je langer de tijd om eventuele minder goede jaren goed te maken. Dat risico wil je niet lopen als je (bijna) pensioen ontvangt. Dan willen we het pensioen zo stabiel mogelijk houden.

Ook nu beleggen we. Dit is nodig om jouw pensioen te laten groeien. Dit kan niet voldoende als we het geld bijvoorbeeld op een spaarrekening zetten, want dit zou leiden tot een veel lager pensioen.

Er wordt o.a. belegd in (staats)obligaties, aandelen en vastgoed (beursgenoteerd). Op onze website vind je meer informatie: www.pensioenslagers.nl/over-het-pensioenfonds/beleggingsbeleid