Keuzemogelijkheden bij pensionering

Je kunt bij ons pensioenfonds zelf de datum kiezen waarop je met pensioen gaat. Dat kan vanaf 5 jaar vóór je AOW-datum tot 5 jaar ná je AOW-datum.


Daarnaast heb je nog een aantal mogelijkheden om je pensioenuitkering aan te passen:
• Deeltijdpensioen
• Eerder of later met pensioen
• Pensioen uitruilen
• Eerst een hoger en daarna een lager pensioen

Wat moet je doen?

  1. Neem zelf contact met ons op als je vóór je AOW-datum met pensioen wilt.

  2. Maak ruim van tevoren duidelijke afspraken met je werkgever als je met deeltijdpensioen wilt of na je 68e wilt blijven werken.

  3. Je kunt je keuzes aangeven op het aanvraagformulier. Dit krijg je 6 maanden voor je AOW-datum van ons.

  4. Je krijgt van ons een nieuwe berekening van je pensioen. Als je hiermee akkoord gaat, regelen wij het verder voor je.

  5. Met de Pensioenplanner kun je verschillende mogelijkheden uitproberen. Je pensioenuitkering wordt dan opnieuw berekend. Je kunt je gewenste pensioenleeftijd invoeren, maar ook deeltijdpensioen, uitruilen en ‘eerst hoger, dan lager’ berekenen.

Deeltijdpensioen

Wil je niet meteen helemaal stoppen met werken, dan kun je bijvoorbeeld voor 2 of 3 dagen in de week met pensioen. De andere dagen blijf je werken. Je kunt 1 keer per jaar het percentage deeltijdpensioen verhogen naar 20%, 40%, 60% of 80%.

Eerder of later met pensioen

Wil je vóór je 68e met pensioen, dan bouw je korter pensioen op. En het wordt langer uitgekeerd. Het bedrag dat je per maand krijgt, wordt daardoor lager.
Wil je doorwerken ná je 68e, dan gaat je pensioen in als je stopt met werken. Dat is uiterlijk 5 jaar na je AOW-datum. Het bedrag dat je per maand krijgt, wordt daardoor hoger.

Pensioen uitruilen

Misschien heb je zelf minder pensioen nodig. Of heeft je partner zelf een goed pensioen. Dan kun je een deel van je ouderdomspensioen uitruilen voor partnerpensioen of andersom.

Partnerpensioen uitruilen

Je partner moet het hier mee eens zijn. Jouw ouderdomspensioen gaat omhoog. Als je overlijdt, krijgt je partner geen of minder partnerpensioen.
Let op: je kunt alleen het partnerpensioen uitruilen dat je vanaf 2002 hebt opgebouwd. Na uitruil mag je ouderdomspensioen niet meer zijn dan 100% van je laatstverdiende loon.

Ouderdomspensioen uitruilen

Er blijft altijd iets voor jezelf over. Als je overlijdt, krijgt je partner meer partnerpensioen.
Het partnerpensioen mag na de uitruil niet hoger zijn dan 70% van het ouderdomspensioen.

Eerst een hoger en daarna een lager pensioen

Je kunt tot aan je AOW-datum een hoger pensioen krijgen en daarna een lager pensioen. Deze keuze voor ‘hoger/lager’ kun je maar één keer maken.

Je laagste pensioenuitkering moet minimaal gelijk zijn aan 75% van je hoogste pensioenuitkering.